ONTSLAG - 28.05.2014

Moet u uw flexibele schil altijd als eerste ontslaan?

Volgens de ontslagregels van het UWV gaat vast personeel nog steeds voor flexibel personeel. Uw bedrijfsvoering vraagt echter om het behouden van een flexibele schil. Zijn daar oplossingen voor? Kunt u iets leren van andere branches?

Vast voor flex

Heldere regels UWV. De beleidsregels van het UWV gaan er nog altijd van uit dat vast personeel voorrang heeft op flexibel personeel. Bij het vaststellen van de ontslagvolgorde is het uitgangspunt dan ook dat vaste werknemers een grotere rechtsbescherming hebben dan flexibele medewerkers. Concreet betekent dit dat u bij een reorganisatie eerst afscheid moet nemen van uw flexibele krachten, vóórdat u een ontslagvergunning krijgt voor vast personeel.

Volgorde flexibel naar vast. Het UWV hanteert daartoe zelfs een strikte volgorde:

  • eerst stopt u met het oproepen van nulurencontractanten;
  • dan laat u tijdelijke contracten (van rechtswege) aflopen;
  • als u dan nog met te veel personeel overblijft, kunt u vast personeel ontslaan.

Flexibele schil kan hard nodig zijn

Noodzaak flexibele schil. Wat nu als een flexibele schil hard nodig is voor uw bedrijfsvoering en u het werk niet anders georganiseerd krijgt? Mag u zich bij ontslag van vaste medewerkers dan beroepen op de noodzaak om flexibel personeel te behouden?

Bij structurele fluctuaties? De beleidsregels van het UWV bieden concreet een uitzondering op het uitgangspunt ‘vast voor flex’. Deze uitzondering geldt bij structurele fluctuaties in het werkaanbod, op voorwaarde dat is voldaan aan een aantal specifieke vereisten:

  • het werkaanbod en daarmee de behoefte aan personeel fluctueert structureel;
  • er bestaan geen mogelijkheden om deze fluctuaties op te vangen, bijv. door flexibilisering van de werktijden via een ‘jaarurenmodel’. Met zo’n model gaat u niet uit van het te werken aantal uren per week, maar per jaar. Zo wordt bijv. 40 uur per week 1.080 uur per jaar;
  • het vaste personeel moet een aanbod van de werkgever om flexibel te gaan werken, hebben geweigerd;
  • het aantal voor ontslag voorgedragen vaste werknemers moet in verhouding staan tot de structurele fluctuaties in het werkaanbod.

Niet onmogelijk. Interne flex gaat dus voor externe flex en u mag niet méér vaste medewerkers ontslaan dan nodig is om uw flexibele schil te behouden. Het is een hele kluif om de noodzaak bij het UWV aannemelijk te maken, maar niet onmogelijk.

Wat speelt er in de kinderopvang?

Flexibele schil noodzakelijk. Het belang van het behoud van een flexibele schil bij gelijktijdig ontslag van vaste medewerkers neemt steeds meer toe. Zo ook in de kinderopvangbranche waar op de piekdagen vrijwel al het vaste personeel wordt ingezet. Op die dagen kunnen de vaste medewerkers geen collega’s vervangen en bestaat er dus een grote behoefte aan flexibele inzet. Het UWV heeft voor deze branche de noodzaak tot ‘flex voor vast’ erkend en een nadere uitwerking/toepassing van de beleidsregels vastgesteld.

Download het model: ‘Beleidsregels ontslagaanvraag kinderopvang’ van: http://tipsenadvies-personeel.nl/download (PS 19.15.03).

Het is nu afwachten of dit voor meer branches zal gaan gelden.

Behoud van flexibel personeel bij gelijktijdig ontslag van vast personeel is soms mogelijk. Als het werk niet zó kan worden georganiseerd dat vaste werknemers elkaar bij afwezigheid kunnen vervangen óf kunnen werken in een flexibel rooster, dan kunt u uw flexibele schil wellicht behouden.

Contactgegevens

Indicator BV | Schootense Dreef 31 | Postbus 794 | 5700 AT Helmond

Tel.: 0492 - 59 31 31 | Fax: 040 - 711 17 00

klantenservice@indicator.nl | www.indicator.nl

 

KvK-nummer: 17085336 | Btw-nummer: NL-803026468B01