Buiten de Vof om als vennoot investeren in de zaak?

Wat speelt er? Voor samenwerkingsverbanden (zoals bij een Vof) geldt dat de KIA berekend moet worden over de totale investering van het samenwerkingsverband. Op het moment dat een vennoot van dat samenwerkingsverband buitenvennootschappelijk investeert, moet hij zijn aandeel in de KIA berekenen aan de hand van het bedrag dat hij buitenvennootschappelijk heeft geïnvesteerd, vermeerderd met de het totale bedrag aan investeringen van het samenwerkingsverband.

Vanaf wanneer kan het fout gaan?

Achtergrond. Tot 1 januari 2010 werd de KIA uitsluitend berekend via een percentage van het totale bedrag aan investeringen. Let op. Door de wijziging van artikel 3.41, van de Wet IB in het Belastingplan 2010 is, in het geval van buitenvennootschappelijke investeringen door een lid van een samenwerkingsverband in combinatie met investeringen door het samenwerkingsverband zelf, de rekenmethode voor de berekening van de KIA niet meer in elke situatie juist. De wetgever heeft namelijk verzuimd om een aparte rekenregel te geven in het geval de KIA een absoluut bedrag bedraagt en geen percentage van het totale bedrag aan investeringen.

Tip. De rekenmethode die de fiscus hanteert, resulteert, in het geval de KIA volgens de KIA-tabel een absoluut bedrag bedraagt, volgens het Gerechtshof ’s-Hertogenbosch, 12.01.2018 (GHSHE:2017:5282) , in een te laag bedrag.

Wat was er gebeurd? Een dierenarts die deel uitmaakt van een maatschap van zes personen heeft in 2013 voor een bedrag van € 56.515,- buitenvennootschappelijk geïnvesteerd. De maatschap investeerde in 2013 € 40.517,- in bedrijfsmiddelen. In 2013 was de KIA voor investeringen tot € 102.311,-, € 15.470,-. De dierenarts claimde de KIA over een bedrag van € 40.517,- + € 56.515,- = € 97.032,- = € 15.470,-. De inspecteur was het hier niet mee eens en berekende de KIA zo:

De rechter. Door de investeringen van de maatschap werd de dierenarts, terwijl hij toch binnen de grens van € 102.311,- (2013) bleef en dus recht had op een KIA van € 15.470,-, gekort op de hem toekomende KIA. Het hof oordeelde in het voordeel van de dierenarts. De door de Belastingdienst gehanteerde rekenmethode vindt geen steun in de wettekst en is ook niet in overeenstemming met het doel en de strekking van artikel 3.41, lid 3 van de Wet IB. Deze moet namelijk juist voorkomen dat door een samenwerkingsverband de leden tezamen meer KIA kunnen claimen dan een individuele ondernemer of BV, aldus de rechter. Let op. De uitkomst kan in hoger beroep nog anders worden.

Wat kunt u hiermee?

Heeft u of uw medevennoot/maat vanaf 2010 buitenvennootschappelijk geïnvesteerd in het samenwerkingsverband? En resulteert de totale KIA over de totale investeringen van het samenwerkingsverband en uw buitenvennootschappelijke investeringen in een absoluut bedrag? Dan kan het zijn dat u een te laag bedrag aan KIA toegekend heeft gekregen. Overleg dan met uw adviseur wat te doen.