Denk aan privégebruik 2019 in de laatste btw-aangifte

Voorbelasting. Als ondernemer mag u in beginsel alle btw op uw zakelijke uitgaven aftrekken, ervan uitgaande dat u zelf btw-belaste prestaties verricht. Hoe zit dat dan als u een deel van deze uitgaven ook privé gebruikt? Hoe bepaalt u dan de aftrekbare btw?

Investeringsgoederen

De fiscus maakt een onderscheid tussen investeringsgoederen en overige goederen. Investeringsgoederen zijn gebruiksgoederen waarop u voor het bepalen van de winst moet afschrijven. Dit geldt voor gebruiksgoederen van € 450 of meer. Voor onroerend goed gelden er nog specifieke regels.

Keuze. Bij de aanschaf van investeringsgoederen die u deels zakelijk en deels privé gebruikt, kunt u ervoor kiezen deze goederen voor de btw als privévermogen aan te merken, als ondernemingsvermogen of deze deels tot uw ondernemingsvermogen te rekenen. Let op. Die keuze staat los van de keuze die u voor de winstberekening (inkomsten- of vennootschapsbelasting) maakt en mag hiervan dus afwijken. Een goed kan dus voor de IB privé zijn, en voor de btw zakelijk.

Ondernemingsvermogen. Gebruikt u een investeringsgoed deels zakelijk, dan is het fiscaal voor de btw het voordeligst het geheel tot uw ondernemingsvermogen te rekenen. U trekt dan bij aanschaf alle btw af, maar moet het goed vijf jaar volgen en in deze vijf jaar op het eind van het jaar bekijken voor welk deel u het goed daadwerkelijk privé heeft gebruikt. Dit deel van de btw moet u vervolgens in de laatste aangifte van het jaar weer terugbetalen onder de noemer ‘privégebruik’.

Voorbeeld.U kocht dit jaar een pc van € 2.000 excl. € 420 btw. U trekt de btw helemaal af. Op het eind van het jaar blijkt dat u de pc voor 25% privé heeft gebruikt. Dat jaar moet u van 1/5 deel van de btw 25% terugbetalen, oftewel: € 420 x 1/5 x 25% = € 21.

Onroerend goed. Voor onroerend goed geldt iets soortgelijks als voor investeringsgoederen waarop u afschrijft, alleen moet u het onroerend goed voor de btw tien jaar volgen in plaats van vijf jaar. U trekt de btw bij ingebruikname van het onroerend goed voor het zakelijke deel af en moet gedurende tien jaar checken of dit gebruik wijzigt. Zo ja, dan moet u in het jaar van wijziging voor dat jaar de btw corrigeren in de laatste aangifte. U trekt dat jaar dus meer btw af als het privégebruik afneemt en u betaalt extra btw als dat gebruik toeneemt.

Overige goederen. Als u goederen koopt waarop u niet hoeft af te schrijven, schat u bij aanschaf voor welk deel u deze privé gebruikt. Dit deel van de btw mag u niet aftrekken. Op het eind van het jaar controleert u of uw schatting klopt. Zo niet, dan kunt u meer btw aftrekken of moet u een deel van de al afgetrokken btw terugbetalen via de laatste aangifte van het jaar, afhankelijk van de vraag of u het privégebruik te royaal of juist te gering heeft geschat. Tip. Overleg dit tijdig met uw boekhouder, een foute schatting is snel gemaakt.

Wijzigingen na vijf of tien jaar

Wijzigingen die zich in het privégebruik voordoen na het jaar van aanschaf (overige goederen), dan wel na vijf jaar (investeringsgoederen) of na tien jaar (onroerend goed) hebben geen invloed meer op de btw. Een pc kunt u dus bijv. zonder btw-gevolgen na vijf jaar ook naar privé halen.