Bedrijfsmatige verhuur, recht op (handels)rente?
Rente over achterstallige huur. Als de huur van een bedrijfspand niet wordt betaald, kan de verhuurder over de huurachterstand rente vorderen. Is dat dan de wettelijke rente of de wettelijke handelsrente? De wet kent twee soorten rente: de ‘gewone’ wettelijke rente die op dit moment 2% bedraagt en de wettelijke handelsrente van 8%. De handelsrente mag worden gerekend bij betalingsachterstanden die hun oorsprong vinden in zakelijke overeenkomsten die na 1 december 2002 zijn gesloten.
Wet. De wet (art. 6:119a lid 1 BW) bepaalt dat de handelsrente van toepassing is op ‘handelsovereenkomsten’. Letterlijk staat er in dit wetsartikel: “Onder handelsovereenkomst wordt verstaan de overeenkomst om baat […] tussen een of meer natuurlijke personen die handelen in de uitoefening van een beroep of bedrijf of rechtspersonen”. Alleen als er sprake is van de levering van goederen of het verrichten van diensten, kan de handelsrente worden gerekend.
Verdeelde rechtspraak. Bij huurrechtgeschillen die werden voorgelegd aan de rechtbank, was vaak onderwerp van het geschil of er sprake was van het verlenen van een dienst. De rechtspraak was daardoor verdeeld over de vraag of bij een huurachterstand bij een bedrijfsruimte waarbij geen afspraken waren gemaakt over de hoogte van de rente, alleen de wettelijke rente of ook de wettelijke handelsrente kon worden gevorderd.
Duidelijkheid door Europees Hof van Justitie! Het Europees Hof van Justitie (ECLI:EU:C:2020:548) schept nu duidelijkheid en oordeelde dat verhuur van een bedrijfsruimte moet worden gezien als een handelstransactie die leidt tot het verrichten van diensten, als de verhuur plaatsvindt tussen ondernemingen onderling of tussen een onderneming en een overheidsinstantie. De verhuurder kan dan, naast de achterstallige huur, ook de wettelijke handelsrente van 8% vorderen. Let op. In de huurovereenkomst kan een ander rentepercentage zijn afgesproken.