In- of uitsluitingsclausule goed geregeld en vastgelegd!
Uitsluitingsclausule
Om ervoor te zorgen dat een schenking of erfenis privévermogen blijft van het eigen kind, kan op de verkrijging de uitsluitingsclausule (oftewel: privéclausule) van toepassing worden verklaard. Daardoor blijft de verkrijging altijd privévermogen, ook al is het kind in gemeenschap van goederen getrouwd. Bij huwelijkse voorwaarden die door het kind en diens partner worden gemaakt, kan daar niet van worden afgeweken (art. 1:94 lid 4 BW) .
Wat fiscaal bewaken? Heeft het kind een groot eigen vermogen en komt daar nog een schenking en erfenis bij, dan kan dat in geval van overlijden van het kind fiscaal nadelig uitpakken voor diens overblijvende partner. Deze verkrijgt dat gehele vermogen en komt dan mogelijk uit boven de fiscale vrijstelling voor de erfbelasting, zoals die geldt voor gehuwden (in 2021: € 671.910).
Harde of zachte variant. Voor de uitsluitingsclausule kan worden gekozen voor een harde of zachte variant. De harde variant bepaalt dat de uitsluitingsclausule altijd van toepassing is, zodat de schenking of erfenis nooit valt in een gemeenschap van goederen. Bij de zachte variant is de clausule wel van toepassing bij echtscheiding, maar niet bij overlijden. Eindigt het huwelijk van het eigen kind door overlijden, dan kan dat voor diens partner gunstig uitpakken voor de erfbelasting. De helft van het vermogen dat het eigen kind krachtens schenking of erfenis heeft verkregen, is voor diens partner dan niet belastbaar voor de erfbelasting.
Goed zwart-op-wit regelen. Een uitsluitingsclausule moet schriftelijk worden vastgelegd. Voor een erfenis wordt dat geregeld bij notariële akte in een testament. Voor een schenking is dat vormvrij. Dat mag in een onderhandse schenkingsovereenkomst en zelfs als vermelding op een bankafschrift waarbij het bedrag wordt overgemaakt. Dat moet wel gebeuren uiterlijk op de dag dat de schenking wordt gedaan. De uitsluitingsclausule met terugwerkende kracht van toepassing verklaren, is niet rechtsgeldig.
Niet voor ‘oude’ huwelijken. Op 1 januari 2018 is de nieuwe wet op het huwelijksvermogensrecht van kracht geworden. Sindsdien zegt de wet dat schenkingen en erfenissen die door een van de echtgenoten wordt verkregen, niet valt in het gemeenschappelijk vermogen, ook al zijn ze getrouwd in gemeenschap van goederen (art. 1:94 lid 2 sub a BW) . Dit geldt alleen voor huwelijken die na 1 januari 2018 zijn gesloten. Voor een huwelijk dat voor deze datum is gesloten, blijft gelden dat een schenking of erfenis in het gemeenschappelijk vermogen valt. Voor deze gevallen blijft de uitsluitingsclausule nodig.
Insluitingsclausule
Sinds de invoering van de nieuwe wet wordt soms ook de insluitingsclausule van toepassing verklaard. Daarbij wordt bepaald dat de schenking of erfenis wel in het gemeenschappelijk vermogen valt van het eigen kind en diens partner. Doel daarbij is het besparen van erfbelasting bij overlijden van het eigen kind. Dat speelt vooral als het kind zelf al over een groot eigen vermogen beschikt. Bij de insluitingsclausule wordt altijd bepaald dat deze alleen geldt bij overlijden, maar niet bij echtscheiding. Door het eigen kind en diens partner kan bij huwelijkse voorwaarden de insluitingsclausule opzij worden gezet. Dit in tegenstelling tot de uitsluitingsclausule waarbij dat niet kan.