Kan een huurder een lagere huurprijs afdwingen?
Wat speelde er concreet?
Afspraak. V&D kampt met tegenvallende bedrijfsresultaten. Om het hoofd boven water te houden, heeft V&D met de meeste verhuurders een overeenkomst gesloten om de huur met 43% te verlagen. Verhuurder Mondia ging hier niet mee akkoord. Dat hield V&D echter niet tegen om ‘gewoon’ 57% van de huursom over te maken. Tijdens de rechtszaak beriep V&D zich op economische belangen. De rechter ging daar echter niet in mee. Volgens hem kan een huurder niet op deze manier eenzijdig een lagere huur afdwingen. Anders ontstaat er een ‘juridische chaos’.
Kan de huurder nog iets anders?
Opnieuw onderhandelen. Een huurder kan zijn verhuurder dus niet dwingen om akkoord te gaan met een lagere huurprijs. Maar hij kan natuurlijk altijd opnieuw over de huurprijs onderhandelen. Voorwaarde is wel dat huurder en verhuurder dat samen moeten willen. Als zij er samen niet uitkomen, blijven de verplichtingen uit de huurovereenkomst (zoals de huur) bestaan.
Huurherziening. Een andere mogelijkheid is om aan de rechter een huurprijswijziging te vragen. Zowel de verhuurder als de huurder kunnen deze procedure bij de kantonrechter starten. Tip. U bent niet verplicht om een advocaat in te schakelen, maar het is wel belangrijk u goed te laten adviseren. Tip. Schakelt u een advocaat of jurist in? Verzeker u er dan van dat deze gespecialiseerd is in vastgoed- of (nog beter) huurrecht.
Twee kanten op. Het verzoek om de huurprijs aan te passen, kan om een verlaging van de huurprijs gaan, maar ook om een verhoging. Tip. Vindt u als verhuurder de huur te laag? Dan kunt u ook een huurprijswijziging vragen. Let op. Deze procedure is alleen van toepassing op huurovereenkomsten van middenstandsbedrijfsruimte (artikel 7:290 BW) .
Huurherziening, hoe werkt dat?
Ná vijf jaar. Een procedure tot huurprijswijziging kan gestart worden als de eerste vijf jaar van de huurovereenkomst voorbij zijn. Bij huurovereenkomsten voor bepaalde tijd kan na het einde van die tijd de procedure worden gestart.
Mét deskundig rapport. De rechter heeft een deskundigenrapport nodig. Verhuurder en huurder mogen deze deskundige zelf aanwijzen. Komen zij daar niet samen uit? Dan kan de rechter deze benoemen. De deskundige bepaalt de gemiddelde huurprijs van vergelijkbare bedrijfsruimte uit de omgeving. Hij kijkt hierbij naar de huurprijzen van de afgelopen vijf jaren (de ‘referentieperiode’). Vanaf de dag dat de procedure voor de huurprijswijziging begint, wordt vijf jaar teruggegaan. Tip. Als verhuurder kunt u aanvoeren dat u het pand voor uw eigen rekening heeft verbouwd en verbeterd.
Terugwerkende kracht. Met de gemiddelde huurprijzen uit het deskundigenrapport en de inflatiecijfers stelt de rechter de nieuwe huurprijs vast. De nieuwe huurprijs gaat met terugwerkende kracht in op de dag dat de procedure bij de rechtbank is begonnen. Als u het niet eens bent met de huurwijziging, kunt u hoger beroep instellen. Tip. Bent u verhuurder en bent u in gesprek over verlaging van de huurprijs? Laat u dan niet opjagen. Immers, hoe later u de procedure start, hoe later de nieuwe huurprijs ingaat.