LIJFRENTE - 10.03.2005

Toch eerder stoppen met werken?

De overheid wil dat we langer blijven werken. Het pensioen is pas aan de orde op 65-jarige leeftijd. Maar hoe zit het met die lijfrentepolis waar u al jaren op spaart? Kunt u die wél aanwenden voor een lijfrenteuitkering die ingaat vóór uw 65e jaar?

Welke lijfrenteuitkering kiest u?

Als u een lijfrentepolis heeft afgesloten, dan kunt u op het moment dat de expiratiedatum is bereikt, onder voorwaarden kiezen wat voor periodieke uit­ke­ring u met het opgebouwde kapitaal wenst aan te kopen. Die uitkeringen kunnen dan ‘naadloos’ aansluiten bij uw financiële wensen en al dan niet als aanvulling op uw AOW of bedrijfspensioen dienen. Welke uitkeringsmogelijkheden zijn er?

Oudedagslijfrente. Zo is er de oudedagslijfrente, die uiterlijk dient in te gaan bij het bereiken van de 70-jarige leeftijd. Deze uitkering dient dan wel le­v­enslang te worden genoten.

Nabestaandenlijfrente. Een nabestaandenlijf­rente keert uit zodra de verzekerde persoon is overleden.

Tijdelijke oudedagslijfrente. Voorts is er nog een tijdelijke oudedagslijfrente. Indien de maximale uitkering per jaar niet meer bedraagt dan € 18.990,-, kan het verzekerd kapitaal in minimaal vijf jaren worden uitgekeerd.

Overbruggingslijfrente. Een veelgebruikte mo­ge­lijkheid betreft de overbruggingslijfrente. Deze lijfrente kent een vrije ingangsdatum, maar dient te eindigen in het jaar waarin u 65 jaar wordt, of het jaar waarin uw pensioen ingaat.

Eerder stoppen met werken van de baan

Het spreekt voor zich dat de tijdelijke oudedagslijf­rente en de overbruggingslijfrente met name worden gebruikt om de financiële gevolgen van het eerder stoppen met werken op te vangen.

Vanaf 1 januari 2006. Nu vanaf 1 januari 2006 de fiscale faciliteiten van het stoppen met werken voor het bereiken van de 65-jarige leeftijd komen te vervallen, wordt ook de overbruggingslijfrente ge­schrapt en gaat de tijdelijke oudedagslijfrente een ingangsdatum krijgen die niet vóór de 65-jarige leeftijd ligt.

Maar wellicht had u in het verleden juist met dat oogmerk die lijfrenteverzekering afgesloten.

Knip in de polis. In dat geval dient er een ‘knip’ te worden aangebracht in polissen voorzover het de tot en met het jaar 2005 betaalde premies be­treft. Tip. Goedgekeurd is namelijk dat het verzekerd kapitaal dat met deze premies wordt opgebouwd, nog wel voor een tijdelijke oudedagslijfrente of overbruggingslijfrente mag worden benut.

Polis aanpassen?

Wilt u in de toekomst (een gedeelte van) de tot en met 2005 betaalde lijfrentepremies aanwenden voor een tijdelijke oudedagslijfrente of overbruggingslijfrente, dan dient die mogelijkheid wel ex­pli­ciet op de huidige polis te worden aangetekend.

De meeste polissen blijken alléén de mogelijkheid van een oudedagslijfrente in combinatie met een nabestaandenlijfrente te vermelden. Als u een be­roep wilt kunnen doen op de overgangsregeling, moet de polis dus worden gewijzigd.

Er zijn onderhandelingen gaande tussen de verze­ke­ringsmaatschappijen en het Ministerie van Fi­nan­ciën om een praktische afspraak te maken voor het aanpassen van de polissen. Het kan echter geen kwaad een en ander zelf in de gaten te hou­den of reeds tijdig via uw tussenpersoon aan de verzekeringsmaatschappij kenbaar te maken.

Let op. Houd er wel rekening mee dat de keuze voor zo’n tijdelijke oudedagslijfrente of overbruggingslijfrente een knip teweegbrengt in de polis en uw opgebouwde kapitaal. Het kapitaal dat daarna resteert voor de ‘normale’ oudedagslijfrente, wordt daar­door lager.

Het verzekerd lijfrentekapitaal dat wordt opgebouwd met de betaalde premies tot en met het jaar 2005, mag nog wel voor een tijdelijke oudedags­lijfrente of over­bruggings­lijf­rente worden benut.

Contactgegevens

Indicator BV | Schootense Dreef 31 | Postbus 794 | 5700 AT Helmond

Tel.: 0492 - 59 31 31 | Fax: 040 - 711 17 00

klantenservice@indicator.nl | www.indicator.nl

 

KvK-nummer: 17085336 | Btw-nummer: NL-803026468B01