ALIMENTATIE - 30.10.2018

Zelf voldoende inkomen, dan geen alimentatie!

Wat is bij alimentatieberekening de zogenaamde ‘hofnorm’? Wat als deze wordt betwist? Bij wie ligt de bewijsbal? Wat speelde hier recentelijk over bij de rechter m.b.t. verdeling van vermogen waartoe twee verhuurde beleggingspanden behoorden? Wat is er nu beslist?

Vermogen verdeeld. Na bijna 40 jaar gaan Jan en Ine scheiden. Omdat ze in gemeenschap van goederen zijn getrouwd, moet het vermogen worden verdeeld. Daartoe behoren twee beleggingspanden die zij verhuren. De huuropbrengsten vormen de hoofdmoot van hun gezamenlijke inkomen.

Rechterlijke norm. Na de verdeling eist Ine dat Jan aan haar € 4.090,- netto per maand alimentatie betaalt. Dat bedrag is berekend op basis van de zogenoemde ‘hofnorm’. Die norm is gelijk aan 60% van het nettogezinsinkomen voordat de partijen uit elkaar zijn gegaan. Als de alimentatieplichtige zelf een (nieuw) gezin heeft te onderhouden, is dit 45%.

Norm betwist. Jan is het daar niet mee eens. Hij vindt dat de alimentatie moet worden vastgesteld op basis van de werkelijke behoefte van Ine. Daarbij moet er rekening worden gehouden met alle omstandigheden van het geval. Tijdens hun huwelijk hebben ze sober geleefd. Het grootste deel van de huuropbrengsten werd geïnvesteerd in de panden.

Concrete behoefte aantonen. Als de berekening van de alimentatie via de ‘hofnorm’ wordt betwist, heeft de ex-partner die om alimentatie verzoekt de stelplicht om de concrete behoefte te onderbouwen. De rechter vindt dat Ine een overzicht moet geven van de globale uitgaven die Jan en Ine samen hadden voordat ze uit elkaar gingen. Ine had ook meer inzicht moeten geven in haar huidige uitgaven en lasten. Dat heeft ze niet gedaan.

Eigen inkomen uit vermogen

Ook is het van belang in welke mate Ine in staat is om in haar eigen inkomen te voorzien. Daarbij speelt een rol dat het gemeenschappelijk vermogen tussen Jan en Ine bij helfte is verdeeld. Door middel van de verhuur van het aan Ine toegedeelde pand is zij in staat om haar eigen inkomen te verwerven. Dat blijkt wel uit het feit dat haar zoon die de panden beheert, maandelijks € 2.000,- naar haar overmaakt. Daar komt nog een bedrag bij van gemiddeld € 780,- per maand aan bijkomende kosten.

In slechte staat. Ine stelt dat ze het pand dat aan haar is toegedeeld momenteel niet kan verhuren. Het pand dat zij heeft gekregen is, in tegenstelling tot het pand dat aan Jan is toegedeeld, in zeer slechte staat. Het moet eerst helemaal worden opgeknapt, wat van haar een forse investering vereist. Pas dan kan het pand weer in de verhuur.

Geen bewijs. Ook dit argument van Ine wordt door de rechter opzij gelegd. Als zij meent dat het aan haar toegedeelde pand in slechte staat verkeert, was het aan haar om aan te tonen met een taxatierapport van een makelaar dat het pand niet geschikt is voor verhuur. Dat rapport heeft ze niet.

Hoe oordeelt de rechter?

Omdat de ‘hofnorm’ door Jan wordt betwist, moet Ine met concrete bewijzen komen om haar behoefte te onderbouwen. Volgens de rechter slaagt zij niet in dat bewijs. Daarom stelt Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, 24.04.2018 (GHARL:2018:3781) , het alimentatiebedrag op nihil. Jan hoeft dus niets te betalen!

fp-advies

De ‘hofnorm’ betekent niet dat de alimentatieplichtige automatisch 60% van het nettogezinsinkomen aan alimentatie moet betalen. Als deze het daar niet mee eens is, moet de ex-partner de hoogte van de behoefte aantonen. Daarbij zijn alle omstandigheden van belang, ook de mogelijkheid om zelf inkomen te verwerven. Slaagt de ex-partner niet in dat bewijs, dan staat de andere ex sterk. Deze hoeft dan geen alimentatie te betalen volgens de uitspraak van het hof. Betrek dit in uw advisering.

Betrek in uw advisering bij echtscheiding en alimentatie dat volgens de uitspraak van het hof de alimentatieplichtige niet automatisch 60% van het nettogezinsinkomen aan alimentatie moet betalen. Als deze het daar niet mee eens is, moet de ex-partner de hoogte van de behoefte aantonen. Dit kan (alleen) met sterk bewijs, bijvoorbeeld met officiële taxatierapporten.

Contactgegevens

Indicator BV | Schootense Dreef 31 | Postbus 794 | 5700 AT Helmond

Tel.: 0492 - 59 31 31 | Fax: 040 - 711 17 00

klantenservice@indicator.nl | www.indicator.nl

 

KvK-nummer: 17085336 | Btw-nummer: NL-803026468B01