Samenwoners huiseigenaar, dan ieder de helft van de schuld?
Samenwoners. Recentelijk speelde er een belangrijke rechtszaak. Het gaat hier over samenwonende partners (hierna: Jan en Toos) die al meer dan 20 jaar samenwonen. Ze zijn nooit getrouwd geweest en hebben ook geen notariële samenlevingsovereenkomst getekend. Wel hebben ze samen een woonhuis aangekocht waarvan ze ieder voor de helft eigenaar zijn. Ook zijn ze tegenover de bank ieder hoofdelijk aansprakelijk voor de hypothecaire schuld die op de woning rust.
Grote schenking van ouders
€ 100.000,- aangewend voor aflossing. Enkele jaren geleden heeft Toos van haar ouders een schenking ontvangen van € 100.000,-. Dat bedrag is gestort op de gemeenschappelijke bankrekening van Jan en Toos. Het bedrag wordt door Toos aangewend ter aflossing van de hypothecaire schuld.
Vordering om de helft terug te betalen. Twee jaar later gaan Jan en Toos uit elkaar. Toos vordert van Jan € 50.000,-. Dat is de helft van het bedrag dat door haar is gebruikt om de schuld aan de bank af te lossen. Omdat Jan en Toos ieder voor de helft eigenaar zijn van het woonhuis, komt de schuld ook voor de helft voor ieders rekening.
Voor de helft eigenaar van de € 100.000,-? Jan weigert te betalen. Het geld is gestort op hun gemeenschappelijke rekening. Dat betekent dat ze ook ieder voor de helft eigenaar zijn geworden van dat bedrag. Als de ouders van Toos dat anders hadden gewild, hadden ze het geld wel gestort op haar privérekening. Dan was duidelijk dat het bedrag alleen voor Toos bestemd was.
Hypothecaire bankvoorwaarden. Daarbij heeft Toos het geld gebruikt om de hypothecaire schuld af te lossen. In de voorwaarden van de bank staat dat iedere schuldenaar hoofdelijk aansprakelijk is voor de gehele schuld. Zowel Jan als Toos waren dus verplicht om de gehele schuld af te lossen. Als Toos meent dat zij slechts voor de helft van de schuld aansprakelijk is, moet ze dat probleem maar met de bank oplossen, stelt Jan.
Wat heeft het hof hierover nu beslist?
Ieder de helft van de schuld. Voor het Hof Den Haag, 12.10.2018 (GHDHA:2018:2677) , is duidelijk dat Toos het geschonken bedrag heeft gebruikt ter aflossing van de hypothecaire schuld. Jan en Toos zijn ieder voor de helft eigenaar van het huis.
Eenvoudige gemeenschap. Dat betekent dat er sprake is van een eenvoudige gemeenschap (art. 3:166 lid 1 BW) . Iedere deelgenoot (mede-eigenaar) is verplicht om diens eigen aandeel in het goed (het woonhuis) te financieren. In de onderlinge verhouding tussen Jan en Toos betekent dit dat de helft van de schuld voor rekening komt van Jan. Dat in de bankvoorwaarden staat dat ieder van partijen hoofdelijk aansprakelijk is voor de hypothecaire geldlening, doet daar niks aan af.
FP-advies
Wat is hier belangrijk als goed bewijs? Zowel Toos als haar ouders verklaren dat het steeds de bedoeling is geweest dat het geld alleen aan Toos zou worden geschonken. Dat blijkt ook uit de aangifte voor de schenkingsrechten waarin een beroep wordt gedaan op de vrijstelling voor de schenkbelasting. Daarin staat alleen Toos als begunstigde vermeld. Het is dus uiterst belangrijk om deze aangifte waarin staat dat alleen het kind de begunstigde is goed te blijven bewaren (in uw cliëntendossier). Dat het geld op de gemeenschappelijke rekening is gestort, is daarbij niet van belang. Als Jan meent dat dit anders is, heeft hij de bewijslast daarvoor. Nu er niets daarover zwart-op-wit staat, heeft Jan geen bewijs in handen. Dus oordeelt het gerechtshof dat Jan aan Toos € 50.000,- (met rente) moet betalen!