KWIJTSCHELDING - 29.03.2019

Kwijtscheldingswinstvrijstelling binnen de fiscale eenheid

Om als vennootschap binnen een fiscale eenheid in aanmerking te komen voor de kwijtscheldingswinstvrijstelling moet er eerst gekeken worden naar de compensabele verliezen die aanwezig zijn.

Vrijstelling De kwijtscheldingswinstvrijstelling stelt winsten vrij van belastingheffing wanneer deze ontstaan uit het prijsgeven van niet voor verwezenlijking vatbare rechten door schuldeisers. De winst is alleen vrijgesteld wanneer de kwijtschelding het totaal aan compensabele verliezen bij de schuldenaar overtreft. Stel een belastingplichtige heeft € 100.000 aan compensabele verliezen en er wordt een schuld prijsgegeven van € 150.000. Dan moet de schuldenaar eerst € 100.000 verrekenen met de aanwezige compensabele verliezen. Het restant van € 50.000 valt vervolgens onder de kwijtscheldingswinstvrijstelling. Om misbruik van deze vrijstelling binnen de fiscale eenheid te voorkomen zijn art. 15ac lid 2 en art. 8 lid 4 Wet Vpb in het leven geroepen.

Tegenbewijsregeling

Art. 15ac lid 2 Wet Vpb schrijft voor dat de kwijtscheldingswinstvrijstelling niet van toepassing is binnen de fiscale eenheid, tenzij de fiscale eenheid aannemelijk maakt dat de schuldenaar de kwijtscheldingswinstvrijstelling ook zou kunnen toepassen als zij geen deel had uitgemaakt van de fiscale eenheid. Het niet kunnen toepassen van de kwijtscheldingswinstvrijstelling valt te omzeilen door de schuldenaar (tijdelijk) te ontvoegen uit de fiscale eenheid. Art. 8 lid 4 Wet Vpb schrijft in dat geval echter voor dat indien er minder dan zes jaren zijn verstreken sinds het ontvoegingstijdstip van belanghebbende, hij geen gebruik kan maken van de kwijtscheldingswinstvrijstelling.

Kwijtscheldingswinstvrijstelling

Voor Rechtbank Gelderland (ecli:nl:rbgel:2019:451) was het de vraag of de kwijtscheldingswinstvrijstelling van toepassing was nadat er minder dan zes jaren waren verstreken sinds het verbreken van de fiscale eenheid.Een BV maakte tot 2009 samen met haar moedermaatschappij deel uit van een fiscale eenheid voor de vennootschapsbelasting. In 2009 zijn de aandelen in de BV verkocht aan A BV (50%) en B BV (50%). Door de verkoop van de aandelen in de BV is de fiscale eenheid met de moedermaatschappij verbroken. In juli 2014 heeft A BV een vordering op de BV van € 328.113 voor € 218.133 kwijtgescholden. De BV heeft in haar aangifte vennootschapsbelasting 2014 een kwijtscheldingswinst aangegeven van € 218.133. Daarop heeft de BV € 38.945 aan compensabele verliezen in mindering gebracht en het restant van € 179.188 als kwijtscheldingswinst aangegeven die in aanmerking komt voor kwijtscheldingsvrijstelling. De inspecteur weigerde de aanspraak op de kwijtscheldingswinstvrijstelling op grond van art. 8 lid 4 en art. 15ac lid 1 Wet Vpb. De essentie van het geschil is of en in hoeverre de BV aanspraak heeft op de kwijtscheldingswinstvrijstelling.

Oordeel rechtbank

Zoals hiervoor aangegeven bestaat op art. 15ac lid 2 en art.8 lid 4 Wet Vpb een uitzondering. Deze uitzondering houdt in dat indien de BV geen deel uitmaakte van een fiscale eenheid, de kwijtscheldingswinstvrijstelling onder voorwaarden zou kunnen worden toegepast. Daarvoor dient men te kijken naar de omvang van de aanwezige compensabele verliezen op het moment van kwijtschelding van de vordering. Dit alsof de BV geen onderdeel heeft uitgemaakt van de fiscale eenheid. Wanneer vervolgens de kwijtscheldingswinst hoger is dan de aanwezige compensabele verliezen van de BV, kan in zoverre aanspraak worden gemaakt op de kwijtscheldingswinstvrijstelling. Feit is dat de BV, als zij geen deel had uitgemaakt van de fiscale eenheid, tot en met 2013 een verlies van € 228.040 heeft geleden. Als gevolg van het voorgaande kan de BV geen aanspraak maken op kwijtscheldingswinstvrijstelling. Dit omdat de kwijtscheldingswinst van € 218.133 de aanwezige compensabele verliezen van € 228.040 niet overtreft. De BV betoogt nog dat zij de fiscale eenheid niet heeft verlaten om de kwijtscheldingswinstvrijstelling te misbruiken. Maar deze omstandigheid is irrelevant. De rechtbank geeft de inspecteur gelijk.

BZ-ADVIES

Voor de kwijtscheldingswinstvrijstelling geldt een tegenbewijsregeling als een vennootschap deel heeft uitgemaakt van een fiscale eenheid. Maak toepassing van de kwijtscheldingswinstvrijstelling aannemelijk door het verrekenbare verlies vast te stellen dat bij een vennootschap in het jaar van kwijtschelding aanwezig zou zijn als deze vennootschap geen deel zou hebben uitgemaakt van deze fiscale eenheid.

Let op bij het toepassen van de kwijtscheldingswinstvrijstelling na ontvoeging van een vennootschap uit de fiscale eenheid. Tot zes jaar na de ontvoeging moet u aannemelijk kunnen maken dat de vrijstelling ook van toepassing was geweest als de vennootschap niet tot die fiscale eenheid had behoord.

Contactgegevens

Indicator BV | Schootense Dreef 31 | Postbus 794 | 5700 AT Helmond

Tel.: 0492 - 59 31 31 | Fax: 040 - 711 17 00

klantenservice@indicator.nl | www.indicator.nl

 

KvK-nummer: 17085336 | Btw-nummer: NL-803026468B01