Niet-productief areaal GLB - afmetingen en weegfactoren
GLMC 8: 4% niet-productief areaal
Als u rekening moet houden met GLMC 8, dan is het van belang dat u bepaalt of en hoe u aan 4% niet-productief areaal voldoet. Zolang u geen 4% heeft, telt:
- bij de eco-activiteiten kruidenrijke bufferstroken en groene braak niet de waarde (wel de punten);
- bij bepaalde ANLb-pakketten niet de gehele vergoeding.
Wat telt mee als niet-productief areaal?
Alleen areaal dat voldoet aan de voorwaarden van subsidiabel areaal, mag u meetellen. Daarnaast moet het zijn:
- bouwland dat uit productie is genomen;
- landschapselementen, grenzend aan bouwland.
Landschapselement grenzend aan bouwland. Landschapselementen tellen alleen mee als ze aangrenzend zijn aan bouwland. Zowel het landschapselement als het bouwland moet bij uw bedrijf in gebruik/beheer zijn. Dit is anders dan bij landschapselementen waarvoor u alleen subsidie aanvraagt en niet inzet voor GLMC 8. Deze subsidiabele landschapselementen moeten grenzen aan landbouwgrond. De landbouwgrond hoeft niet bij uw bedrijf in gebruik te zijn.
Definitie ‘aangrenzend’. Een landschapselement is aangrenzend indien:
- het landschapselement maximaal vijf meter van uw landbouwgrond (of bouwland) ligt. Er mag daardoor bijv. een pad liggen tussen het landschapselement en uw grond;
- het landschapselement direct grenst aan een ander landschapselement, dat op of binnen vijf meter van landbouwgrond (of bouwland) ligt;
- een landschapselement met een duidelijke lange en korte zijde (bijv. een sloot of houtwal) moet ten minste met de lange zijde aan landbouwgrond (of bouwland) of een ander subsidiabel landschapselement grenzen.
Elementen, weegfactoren en afmetingen. De elementen die u mee kunt tellen als niet-productief areaal staan in tabel 1. In deze tabel zijn ook de weegfactoren en, indien van toepassing, de minimale en maximale afmetingen opgenomen. Met de weegfactor bepaalt u welke oppervlakte meetelt als niet-productief areaal, bijv. 1 ha sloot met een weegfactor van 2,0 telt voor 2 ha mee als niet-productief areaal.
Tabel 1. Elementen niet-productief areaal met minimale en maximale afmetingen en weegfactoren.
Element |
Weegfactor |
Minimale afmeting
(breedte of opp.)
|
Maximale afmeting
(breedte of opp.)
|
Onbeheerde akkerrand en bufferstrook |
1,0 |
0,5 m |
20 m |
Beheerde akkerrand |
1,5 |
3 m |
20 m |
Groene braak (spontane opkomst) |
1,0 |
||
Groene braak (inzaai) |
1,5 |
||
Sloot |
2,0 |
90% < 10 m |
|
Natuurvriendelijke oever |
1,5 |
3 m |
10m |
min. lengte |
1,5ha |
||
25m |
|||
Rietzoom/-kraag/-land |
1,5 |
1,5 ha |
|
Vijvers en poelen |
1,5 |
0,001 ha |
0,5 ha |
Plas-dras op bouwland (tijdelijk grasland) |
1,0 |
0,1 ha |
|
Stroken bouwland langs bos |
1,0 |
20 m |
|
Heggen/houtwallen/bomen in rij |
2,0 |
||
Geïsoleerde boom of knotboom |
1,5 |
||
Bomengroep |
1,5 |
1,5 ha |
|
Tuunwallen (afscheiding van plaggen) |
1,0 |
1,5 ha |
|
Zandwallen |
1,0 |
1,5 ha |
|
Schouwpaden |
1,0 |
1,5 ha |
|
Ruigtes op landbouwpercelen |
1,0 |
1,5 ha |
|
Stroken wild gras |
1,0 |
1,5 ha |
|
Graften |
1,0 |
1,5 ha |
Andere afmetingen eco-activiteiten. Voor eco-activiteiten gelden soms afwijkende of aanvullende afmetingen. Dit geldt met name voor de eco-activiteiten kruidenrijke bufferstroken (naast bouwland of grasland) en groene braak (zie de website van RVO.nl ( www.rvo.nl/onderwerpen/eco-regeling/eco-activiteiten ).