Pas bij tegengestelde belangen op met het afgeven van een geneeskundige verklaring!

Onterechte verklaringen?

Jan is patiënt van huisarts Bok. Jessica, de ex-echtgenote van Jan is dat niet, zij is de nicht van huisarts Bok. Jan verwijt huisarts Bok:

1. dat hij in een verklaring praktijkinformatie uit het medisch dossier van Jan heeft verschaft aan Jessica. Deze heeft zij vervolgens gebruikt in de echtscheidingsprocedure;
2. dat huisarts Bok een geneeskundige verklaring heeft ingevuld en ondertekend inzake een aangifte van Jessica tegen Jan.

“Dat was ik niet.” Bok zegt de eerste geneeskundige verklaring niet de hebben opgesteld, maar dat de POH-GGZ (de zus van Jessica) dat in zijn naam heeft gedaan. Maar daar had hij geen weet van en ook heeft hij geen toestemming aan haar gegeven voor deze verklaring. Hij heeft de POH-GGZ hier ook een waarschuwing voor gegeven.

Blauwe plekken. Huisarts Bok geeft aan zijn nicht op haar telefonisch verzoek als arts te hebben gezien. Daarbij heeft hij bij haar onder andere blauwe plekken geconstateerd. Hij is later door de politie gevraagd om een geneeskundige verklaring over het letsel op te stellen en heeft deze verklaring ondertekend. Hij heeft dit als onafhankelijk arts kunnen doen nu Jessica geen patiënt van hem was.

Klacht ongegrond, ook in hoger beroep

Verklaring van POH-GGZ. Het Regionaal Tuchtcollege vindt deze klacht ongegrond. Jan gaat in beroep. Volgens het CTG is op basis van het dossier en wat op de zitting is besproken, aannemelijk dat de verklaring door de POH-GGZ, zonder toestemming en medeweten van de arts, is opgesteld en ondertekend. Toen de arts zelf een verklaring had opgesteld, wist de arts niet van het bestaan van de eerdere verklaring, omdat deze niet was opgenomen in de administratie van de praktijk. Toen de arts bekend werd met deze onder zijn naam opgestelde verklaring, heeft hij direct de POH-GGZ erop aangesproken, heeft haar voorwaardelijk ontslag aangezegd en de advocaat die over deze verklaring beschikte, geïnformeerd dat deze verklaring niet van zijn hand was. 

Verklaring van de huisarts. Over de eigen verklaring van Bok zegt het CTG: “ Bok heeft volgens de norm van de KNMG gehandeld als onafhankelijk arts, nu hij een geneeskundige verklaring heeft opgesteld over een persoon die geen patiënt van hem is. Het feit dat er sprake is van een familierechtelijke relatie, maakt op zichzelf ook niet dat Bok de geneeskundige verklaring niet had mogen opstellen. Gesteld noch gebleken is dat de geneeskundige verklaring een onjuiste weergave bevat van hetgeen door Bok is waargenomen .”

Vertrouwen geschaad

Het college stelt wel vast dat Bok, zoals hij ter zitting heeft verklaard, geen oog heeft gehad voor het belang van zijn patiënt. Hoewel hij hiermee het vertrouwen van Jan in hem als huisarts heeft geschaad, vindt het college dat zijn handelen niet onzorgvuldig ten opzichte van Jan. Hoewel bovenaan de verklaring van de arts ‘geneeskundige verklaring’ staat, is deze dat niet in de zin van de KNMG-richtlijn Omgaan met medische gegevens. Immers, Jan heeft feitelijke medische informatie verstrekt over het letsel van zijn nicht. Hoewel de toevoeging ‘angst en slaapstoornis’ vragen oproept, is dit onvoldoende voor een tuchtrechtelijk verwijt (ECLI:NL:TGZCTG:2022:182) .