SCHENKEN - 31.01.2024

Bewustheid bevoordeling is onvoldoende voor een schenking

Op grond van de Successiewet 1956 (SW) is over de waarde van een schenking na aftrek van de toepasselijke vrijstelling in de regel schenkbelasting verschuldigd. Onder schenking wordt voor de toepassing van de SW de civielrechtelijke ‘gift’ verstaan.

Verschil tussen giften en schenkingen

Schenkingen en giften zijn civielrechtelijk niet hetzelfde, ook al worden deze begrippen vaak door elkaar gebruikt. Iedere schenking is een gift, maar niet iedere gift is een schenking. Een schenking is volgens de wet: “de overeenkomst om niet, die ertoe strekt dat de ene partij, de schenker, ten koste van eigen vermogen de andere partij, de begiftigde, verrijkt” , met andere woorden: een schenking is een overeenkomst om iets te geven zonder dat de begiftigde daarvoor een (meer dan symbolische) tegenprestatie is verschuldigd. De schenking hoeft niet altijd te bestaan uit het overdragen van een goed, maar kan bijv. ook de kwijtschelding van een schuld zijn.

Gift Een gift is volgens de wet: “elke handeling die ertoe strekt dat degene die de handeling verricht, een ander ten koste van zijn eigen vermogen verrijkt. De gift kan zowel een zelfstandige handeling zijn als een bevoordeling als onderdeel van een groter geheel” . Het begrip ‘gift’ is daarmee breder dan het begrip ‘schenking’ en omvat naast schenkingen ook andere soorten van bevoordelingen. Een voorbeeld van een gift is de verkoop voor een lagere prijs dan de werkelijke waarde. In dat geval is er wel een tegenprestatie verschuldigd (namelijk de koopprijs), maar omdat de koopprijs lager is dan de werkelijke waarde, is er toch sprake van een bevoordeling van de koper.

Wanneer is er sprake van een gift?

Van een gift is sprake wanneer er is voldaan aan drie voorwaarden, er moet sprake zijn van:

  1. verarming van de schenker; en
  2. verrijking van de begiftigde; en
  3. de bewustheid en wil te bevoordelen (bevoordelingsbedoeling).

De laatste voorwaarde - de bevoordelingsbedoeling (ook wel het vrijgevigheids- of liberaliteitsvereiste genoemd) - levert doorgaans de meeste onduidelijkheid en discussie op.

Moment beoordeling Of er sprake is van een gift, wordt beoordeeld naar het tijdstip van de handeling van de gestelde gift. Dit is ook het moment waarop moet worden vastgesteld of er sprake was van een bevoordelingsbedoeling. Het is daarbij aan de inspecteur om aan de hand van feiten en omstandigheden te stellen en te bewijzen dat er sprake is van gift.

Reden schenking van belang?

De bevoordelingsbedoeling staat los van het motief om te schenken. Ook wanneer er uitsluitend wordt geschonken uit eigen belang (bijv. om de begunstigde te beïnvloeden), sluit dit het bestaan van een bevoordelingsbedoeling niet uit. De beoordeling of de handeling geschiedt uit vrijgevigheid vindt plaats naar objectieve maatstaven. De werkelijke beweegreden van partijen doet daarbij niet ter zake.

Bevoordelingsbedoeling

De schenker moet een bevoordelingsbedoeling hebben. Hij moet de bedoeling hebben gehad om de begiftigde, zonder daartoe verplicht te zijn en dus uit vrijgevigheid, te bevoordelen, terwijl ook de begiftigde zich daarvan bewust is geweest. Dus niet iedere verarming van de schenker en verrijking van de begiftigde is een schenking. Maar wat nu als de schenker en begunstigde zich beiden bewust zijn van de verarming en verrijking? Betekent dit dan automatisch dat er ook altijd sprake is van een bevoordelingsbedoeling? Denk bijv. aan de situatie dat iemand zijn huis voor een lagere waarde verkoopt, omdat hij er vanaf wil in verband met dubbele woonlasten of omdat hij het geld nodig heeft.In een eerder arrest (ecli:nl:hr:2002:ad7272) heeft de Hoge Raad deze vraag al eens ontkennend beantwoord. De Hoge Raad oordeelde dat de enkele bewustheid van bevoordeling onvoldoende is om een wil tot bevoordeling aan te nemen. De beoordelingsbedoeling is een afzonderlijk vereiste dat moet worden getoetst aan de feiten en omstandigheden. Eind 2023 heeft de Hoge Raad dit standpunt nogmaals bevestigd (ecli:nl:gharl:2023:1108) .

Wat speelde er?

Een echtpaar was tot maart 2013 onder huwelijkse voorwaarden met elkaar gehuwd. In juli 2010 heeft de man aan de vrouw een aantal onroerende zaken verkocht onder voorbehoud van een recht van gebruik en bewoning. De overeengekomen koopprijs is gebaseerd op een taxatierapport van juli 2010 waarin is vermeld dat de grond is verontreinigd door asbest en waarin rekening is gehouden met mogelijke saneringskosten. Met betrekking tot de verkochte onroerende zaken hebben meerdere taxaties plaatsgevonden waaronder een eerdere taxatie in 2008 door de Belastingdienst waarbij er geen rekening is gehouden met een eventuele (asbest)verontreiniging, omdat een nadere onderbouwing daarvoor ontbrak.In de akte van levering van augustus 2010 verklaart de man dat hem niets bekend is over een (asbest)verontreiniging die heeft geleid of naar redelijke verwachting zou kunnen leiden tot een verplichting tot sanering van de onroerende zaken of het nemen van andere maatregelen. De inspecteur heeft onder meer daarom aan de vrouw een aanslag schenkbelasting opgelegd, omdat de onroerende zaken voor een te laag bedrag zijn verkocht aangezien er geen sprake is van (asbest)verontreiniging.

Hof Arnhem-Leeuwarden

Hof Arnhem-Leeuwarden geeft de inspecteur gelijk en oordeelt dat de onroerende zaken verkocht zijn tegen een te lage waarde, waardoor de vrouw is verrijkt en de man is verarmd. Beiden waren zich bovendien bewust van de bevoordeling, omdat aannemelijk was dat er geen sprake was van (asbest)verontreiniging. Hieruit blijkt volgens het hof ook dat de man de vrouw heeft willen bevoordelen, omdat hij wist dat de waarde hoger was dan de verkoopprijs.

Hoge Raad

Uiteindelijk loopt het toch nog goed af voor de vrouw. De Hoge Raad vernietigt de hofuitspraak. Volgens de Hoge Raad heeft het hof er geen rekening mee gehouden dat de wil tot bevoordeling een afzonderlijk vereiste vormt voor het aannemen van een gift en dat deze wil niet alleen kan worden afgeleid uit de bevoordelingsbewustheid bij degene die bevoordeelt.

bz-advies

Ooit was er een schenkingsverbod voor echtgenoten in het Burgerlijk Wetboek. Dat is in 2003 vervallen, waardoor schenkingen tussen echtgenoten tijdens het huwelijk gewoon mogelijk zijn (rekening houdende met het huwelijksvermogensrecht). Echtgenoten kunnen door aanpassing van hun huwelijksvermogensregime vermogen overhevelen van de ene echtgenoot naar de andere echtgenoot, vaak zonder dat hiervoor schenkbelasting is verschuldigd.

Deze uitspraak van de Hoge Raad bevestigt nogmaals dat voor het aannemen van een gift naast verarming en verrijking zelfstandig moet worden vastgesteld of er sprake is van een bevoordelingsbedoeling. De enkele bewustheid van bevoordeling is hiervoor onvoldoende.

Contactgegevens

Indicator BV | Schootense Dreef 31 | Postbus 794 | 5700 AT Helmond

Tel.: 0492 - 59 31 31 | Fax: 040 - 711 17 00

klantenservice@indicator.nl | www.indicator.nl

 

KvK-nummer: 17085336 | Btw-nummer: NL-803026468B01