ONZAKELIJKE LENING - 06.05.2025

Onzakelijke lening: wie stelt, bewijst!

De bewijslast dat er sprake is van een onzakelijke lening, rust bij de inspecteur.

Lening Een BV heeft in 2006 gelden ter leen verstrekt aan een gelieerde vennootschap ten behoeve van de aankoop van een onroerende zaak. Zekerheden zijn niet overeengekomen, schriftelijke vastlegging van de leningsvoorwaarden heeft evenmin plaatsgevonden en de rente is bijgeschreven. Het is dan ook niet vreemd dat de inspecteur zich op het standpunt stelt dat er sprake is van een onzakelijke lening en het verlies op de lening in 2018 niet accepteert.

Bewijslast Rechtbank Gelderland (ecli:nl:rbgel:2024:7864) wijst er allereerst op dat uit een Hoge Raad-arrest (ecli:nl:hr:2012:bp8068) volgt dat de bewijslast dat er sprake is van een onzakelijke lening, op de inspecteur rust. Het is de inspecteur die aannemelijk moet maken dat er geen (niet-winstdelend) rentepercentage kan worden bepaald waaronder een onafhankelijke derde bij gelijke omstandigheden de lening zou hebben verstrekt. Deze beoordeling moet worden gemaakt bij het verstrekken van de lening met dien verstande dat een zakelijke lening gedurende de looptijd van kleur kan verschieten naar onzakelijk.

Niet onzakelijk Volgens de rechtbank heeft de inspecteur geen feiten en omstandigheden aannemelijk gemaakt die tot de conclusie leiden dat de lening bij het verstrekken onzakelijk was. Het niet stellen van zekerheden, het bijschrijven van rente en/of de afwezigheid van een aflosschema brengt volgens de rechters niet automatisch mee dat een lening als onzakelijk moet worden beschouwd. De vraag is of belanghebbende onder deze voorwaarden een debiteurenrisico heeft gelopen dat zodanig groot is dat er geen onafhankelijke derde te vinden is die de gelden met een grote(re) risico-opslag - bijv. een hoge(re) rente - had uitgeleend. De inspecteur heeft dit niet aannemelijk gemaakt. Op basis van de feiten en omstandigheden leidt de rechtbank bovendien af dat de BV in 2016 nog voldoende solvabel was. Dit is eveneens een indicatie dat er geen sprake is van een onzakelijke lening. Ook heeft, zo oordeelt de rechtbank, de inspecteur niet aannemelijk gemaakt dat een onafhankelijke derde op enig moment actie had ondernomen, in die zin dat hij de lening zou hebben opgeëist en daarin succesvol zou zijn geweest. Er kan dus ook niet worden gezegd dat de lening ‘gedurende de rit’ onzakelijk is geworden. Belanghebbende kon het afwaarderingsverlies op de lening ten laste van het resultaat brengen.

bz-advies

Deze zaak maakt duidelijk dat, ook al heeft een lening ogenschijnlijk veel onzakelijke kenmerken, dit nog niet zonder meer betekent dat er sprake is van een onzakelijke lening. Ook nu moet de inspecteur aannemelijk maken dat een onafhankelijke derde de lening niet zou hebben verstrekt anders dan tegen een niet in wezen winstdelende rente.

Over de bewijslast moet de inspecteur niet te lichtvaardig denken. Maak hier als belastingplichtige gebruik van!

Contactgegevens

Indicator BV | Schootense Dreef 31 | Postbus 794 | 5700 AT Helmond

Tel.: 0492 - 59 31 31 | Fax: 040 - 711 17 00

klantenservice@indicator.nl | www.indicator.nl

 

KvK-nummer: 17085336 | Btw-nummer: NL-803026468B01