Een positieve start in 2021

Randvoorwaarden in orde

Goede werkomstandigheden. Medewerkers gedijen beter in een prettige werksfeer waarin de werkomstandigheden goed zijn. Zeker als hun talenten worden benut en er een juiste balans is tussen werk en privé en tussen belasting en belastbaarheid. Tip. Zorg dat de randvoorwaarden om goed te presteren dik in orde zijn. Vraag aan medewerkers welke dat zijn en laat hen met ideeën komen hoe deze nog meer verbeterd kunnen worden.

Wenselijk nieuwe werkplek

Tijdmachinevraag. De tijdmachinevraag maakt medewerkers zelf verantwoordelijk om stappen te zetten richting de voor hen ideale werkplek, thuis, op kantoor of een combinatie. Leg hen de hiernavolgende opdracht voor. U stapt over twaalf maanden uw ideale werkomgeving binnen. U kijkt om u heen en komt tot de conclusie dat de afgelopen twaalf maanden voor u en de afdeling/organisatie de beste periode ooit is geweest. U stuurt vervolgens vanuit de toekomst een kaartje aan uzelf. Op de kaart beschrijft u hoe uw werkomgeving en werkplek er dan uitziet, hoe u idealiter uw werkzaamheden verricht en welke drie acties daartoe hebben geleid.

In de denk- en doemodus. De insteek is medewerkers in de denk- en doemodus te krijgen. Menig medewerker klaagt over bepaalde zaken en infecteert zijn collega’s met zijn gejeremieer.

Niet jeremiëren. Niet alleen moet hij of zij daar mee stoppen, het houdt collega’s van hun werk en er wordt niets opgelost, maar daag deze medewerkers eens uit met oplossingen te komen. Nu is niet alles op te lossen, zeker niet in een handomdraai, maar bij de pakken neer gaan zitten en klagen, is het andere uiterste. Tip. Denken in mogelijkheden (DIM) leidt tot beweging, denken in problemen (DIP) - daar is geen budget voor, dat hebben wij vijf jaar geleden al geprobeerd, daar is onze afdeling te klein voor - leidt tot stilstand en daar zijn zogenaamde ‘DIP’ers’ goed in.

Versterk wat werkt!

Inzet op sterke punten. De ontwikkeling van medewerkers ‘gaat vliegen’ als zij worden ingezet op hun sterke punten (versterk wat werkt!). Met hun antwoorden op de volgende vragen krijgen medewerkers zicht op hun talenten:

• Wat geeft mij het grootste werkplezier? Wat doe ik het liefst in mijn werk? Op welke talenten wordt dan een beroep gedaan?
• Waar krijg ik vaak complimenten over? Wat zegt dat over wat ik goed kan?
• Wanneer ga ik fluitend naar huis (of naar mijn werk)? Wat heb ik dan bereikt? Welke kwaliteiten van mijzelf zet ik dan in?
• Wat geeft mij energie en wat zijn mijn energielekken?
• Wat vind ik een belangrijk succes uit de afgelopen tijd? Wat deed ik dat bijdroeg aan het succes? Wat was het effect daarvan? Wat zegt dit over wat ik goed kan?

Tip. Medewerkers die nog meer gaan doen dan waar ze al goed in zijn, presteren beter en zijn minder ziek. Maak van die zeven een negen in plaats van een vier van een vijf. Versterk wat werkt!