Ander ventilatiesysteem dan in bestek staat?
Ander ventilatiesysteem. Jan heeft met Kees een contract gesloten voor de bouw van een prefabwoning. Hierop zijn de algemene voorwaarden (AV) van Woningborg van toepassing. Volgens het bestek krijgt de woning een Itho Daalderop QualityFlow (QF)-ventilatiesysteem. Dat kenmerkt zich door een automatisch gestuurde luchtafzuiging. Tijdens de bouw krijgt Kees een contractwijziging (‘erratum’). Daarin staat dat een met de hand te bedienen Itho Combiflow (CF)-ventilatiesysteem zal worden geïnstalleerd.
Kan niet anders en beter systeem
Bouw stilgelegd. Kees gaat daar niet mee akkoord en laat de bouw stilleggen. Volgens Jan kan het niet anders. Bij een prefabbouw wordt eerst gekeken naar de constructie van de wanden en de vloeren en daarna pas naar de installaties. Toen bleek dat de vloer van de woning niet geschikt was voor het QF-ventilatiesysteem. Als het QF-systeem moet worden geplaatst, zou alles gesloopt moeten worden en een ander type vloer moeten worden gemaakt. Daar schiet niemand iets mee op. Daar komt volgens Jan bij dat de EPC (Energie Prestatie Coëfficiënt) van het CF-systeem beter is dan van het QF-systeem. Ook is er voor de installatie minder ruimte nodig.
Wat vindt de bouwrechter?
Niet volgens bestek. Voor de rechter staat vast dat beide ventilatiesystemen voldoen aan de gestelde garantienormen. Dat geldt niet voor de contractuele verplichtingen van Jan. Want het handbediende CF-systeem voldoet niet aan de technische omschrijving van het bestek. Daarin staat duidelijk dat een automatisch gestuurd systeem wordt geïnstalleerd.
Wijzigingen onder voorwaarde. Kees denkt zo het pleit te hebben gewonnen, maar dat is niet zo. Want volgens artikel 3 van de AV mag een aannemer wijzigingen in het bouwplan aanbrengen die bij de uitvoering van het werk nodig zijn. Voorwaarde is wel dat de wijzigingen geen afbreuk doen aan de waarde, de kwaliteit, het uiterlijk en de bruikbaarheid van de woning.
Noodzaak duidelijk. Dat de noodzaak voor een ander ventilatiesysteem bestaat, is voor de rechter wel duidelijk. Elementen van een prefabwoning zijn zeer kritisch. Het QF-systeem vergt bredere kanaalstroken dan het CF-systeem. Dus verdraagt het QF-systeem zich niet met prefabbouw. Dat Jan hier pas in een later stadium achter kwam, is volgens de rechter te betreuren. Dat doet niets af aan de noodzaak van een ander systeem.
Oordeel rechter. Het is duidelijk dat de EPC van het CF-systeem beter is dan van het QF-systeem. De gemeente heeft dus zonder probleem de bouwvergunning daarop aangepast. Ook houdt Kees meer ruimte over in de woning vanwege minder kanalen en omdat er geen plenumkast nodig is.
De handbediening van het CF-systeem is volgens de rechter geen wezenlijk nadeel. Want in de keuken moet ook het QF-systeem bij het koken met de hand worden bediend. Waardeverschil voor de woning is er niet. Het verschil tussen beide ventilatiesystemen is te verwaarlozen. De Raad van Arbitrage Amsterdam, 17.02.2016 (nr. 80.940) , stelt Kees voor 100% in het ongelijk en beslist dat de wijziging van het ventilatiesysteem mag. Jan kan verder bouwen!