HERINVESTEREN - 29.11.2022

Herinvesteringsvoornemen

De Hoge Raad heeft nader aangegeven aan welke voorwaarden een herinvesteringsvoornemen moet voldoen.

Casus Een vennootschap heeft in de jaren 2010 en 2011 panden verkocht en wenst voor de boekwinsten een herinvesteringsreserve (HIR) te vormen. Volgens Hof Arnhem-Leeuwarden is vorming van een HIR niet mogelijk, omdat de vennootschap niet aannemelijk heeft gemaakt dat zij op de balansdata een realiseerbaar voornemen tot herinvestering had. Bovendien vond het hof van belang dat er in deze jaren geen concrete plannen voor herinvestering of voor het verkrijgen van financiering waren.

Realiseerbaar binnen HIR-termijn De Hoge Raad deelt de visie van het hof niet. De Hoge Raad (ecli:nl:hr:2022:1507) merkt allereerst op dat niet is vereist dat het voornemen tot herinvestering realiseerbaar is in het jaar van vervreemding van het bedrijfsmiddel. De vorming van een HIR is alleen dan niet mogelijk indien redelijkerwijs niet is te verwachten dat de voorgenomen herinvestering binnen de herinvesteringstermijn zal kunnen plaatsvinden (bijv. vanwege de financiële onmogelijkheid daartoe voor de belastingplichtige). De bewijslast daarvoor rust op de inspecteur.

Concreet investeringsplan niet vereist Voorts oordeelt de Hoge Raad dat voor de vorming van een HIR, anders dan voor toepassing van de zogenoemde ‘ruilarresten’, niet is vereist dat de belastingplichtige een concreet plan heeft voor een vervangende investering. Evenmin hoeft de belastingplichtige al een concreet plan te hebben voor de financiering van deze investering.

Bewijsvoering Het ontbreken van schriftelijke stukken waaruit (op de balansdatum) een herinvesteringsvoornemen blijkt, betekent bovendien niet noodzakelijkerwijs dat een voornemen tot herinvestering niet kan worden bewezen. Het bewijs daarvan kan ook op andere wijze worden geleverd. Bovendien kunnen stukken en andere bewijsmiddelen die zien op de periode na de balansdatum, van belang zijn, omdat de feiten die zich voordoen na de balansdatum, aanwijzingen kunnen geven over de aanwezigheid (of afwezigheid) van een herinvesteringsvoornemen op de balansdatum.

bz-advies

De boodschap van de Hoge Raad is duidelijk. Hoewel een concreet plan niet is vereist en het voornemen evenmin hoeft te blijken uit schriftelijke documenten, doet de belastingplichtige er wel verstandig aan om het voornemen goed schriftelijk te onderbouwen (notulen directie) en wel voor het einde van het boekjaar van vervreemding.

De vorming van een HIR is mogelijk indien het herinvesteringsvoornemen redelijkerwijs realiseerbaar is binnen de herinvesteringstermijn van drie jaar.

Contactgegevens

Indicator BV | Schootense Dreef 31 | Postbus 794 | 5700 AT Helmond

Tel.: 0492 - 59 31 31 | Fax: 040 - 711 17 00

klantenservice@indicator.nl | www.indicator.nl

 

KvK-nummer: 17085336 | Btw-nummer: NL-803026468B01