WOON-WERKVERKEER - 29.11.2022

Fiets van de zaak

Onlangs is er een update van de Handreiking fiets van de zaak verschenen. Een mooie aanleiding om de loonbelasting- en btw-regelgeving nog even op een rij te zetten, uiteraard inclusief de recente update.

Wat is een fiets van de zaak?

Natuurlijk moet men eerst kijken of er sprake is van een fiets van de zaak. De eerste vraag is dan wat er precies onder het begrip ‘fiets’ valt. Hier kunnen we kort over zijn: het gaat om een ‘normale’ fiets, een elektrische fiets en een speedpedelec. De speedpedelec is officieel geen fiets, maar een bromfiets. Toch valt deze voor de fiscale regelingen onder het begrip ‘fiets’. Let op Een ander soort bromfiets valt hier dus niet onder.De logische vervolgvraag is welke fiets we dan als een fiets van de zaak zien. Dit is de fiets die eigendom is van de zaak en ter beschikking wordt gesteld aan de werknemer. Daarnaast gaat het om de fiets die de zaak leaset en ter beschikking stelt aan de werknemer. Ook een fiets die de werknemer zelf koopt of leaset, kan hieronder vallen als de zaak alle kosten van de fiets (de aankoopprijs of leasesom) voor zijn rekening neemt.

De fiets en btw-aftrek

Als een werkgever voor het woon-werkverkeer aan een werknemer een fiets verstrekt (in eigendom overdraagt) of ter beschikking stelt, kan de btw op deze fiets volledig in aftrek worden gebracht voor zover:

  • de aankoopprijs van de fiets niet hoger is dan € 749 (inclusief btw) of als bij lease de totale kostprijs (inclusief btw) van het leaserecht niet hoger is dan € 749;
  • er in het kalenderjaar en de twee voorafgaande kalenderjaren aan de werknemer geen fiets is verstrekt of ter beschikking is gesteld; en
  • vanaf het moment dat de fiets is verstrekt of ter beschikking is gesteld tot het einde van het kalenderjaar en in elk van de twee daaropvolgende kalenderjaren er niet voor 50% of meer van het aantal dagen dat de werknemer woon-werkverkeer verricht, wordt voorzien in een vergoeding of ander vervoer dan per fiets. Als een werkgever dus bijv. gedurende de wintermaanden of voor een deel van het traject woonplaats-arbeidsplaats aan de werknemer een abonnement voor het openbaar vervoer verstrekt of vergoedt, staat dit de fietsaftrek niet in de weg. Hij moet er alleen op letten dat dit onder de genoemde 50% blijft.

Het komt voor dat ondernemers aan hun werknemers een fiets verstrekken of ter beschikking stellen in het kader van een zogenaamd ‘cafetariasysteem’. De ondernemer die voor de verstrekking of terbeschikkingstelling van een fiets aan zijn werknemers een vergoeding bedingt, verricht een belaste levering of dienst. Het Besluit uitsluiting aftrek omzetbelasting 1968 (BUA) komt in die situaties mogelijkerwijs alleen nog aan de orde als de fiets alleen voor privédoeleinden wordt verstrekt of ter beschikking wordt gesteld.

Beleidsbesluit Is de fiets duurder dan € 749, dan kan er op grond van het BUA alleen de btw begrepen in € 749 in aftrek worden gebracht. Voor het meerdere is de aftrek in beginsel uitgesloten. De staatssecretaris van Financiën keurt goed (stcrt. 2020-35053) dat de inkoopprijs wordt verminderd met de eigen bijdrage van de werknemer. Als het saldo niet hoger is dan € 749 inclusief btw, komt de in rekening gebrachte btw volledig in aftrek. Voor leasefietsen geldt dat het btw-bedrag dat is begrepen in de leasetermijnen, volledig in aftrek kan worden gebracht totdat het totaal van deze in aftrek gebrachte bedragen het maximum van € 130 (21/121 x € 749) heeft bereikt. Als de fiets gratis of tegen een symbolische vergoeding wordt verstrekt door een btw-vrijgestelde ondernemer, is er geen btw-aftrek mogelijk.Om praktische redenen is in hetzelfde besluit goedgekeurd dat er geen correctie van btw-aftrek bij de ondernemer plaatsvindt als de werknemer de fiets ook voor andere privédoeleinden gebruikt.

Wanneer een bijtelling?

Niet elke fiets van de zaak valt onder de bijtellingsregels van artikel 13 van de Wet op de loonbelasting 1964. De fiets moet namelijk wel ter beschikking zijn gesteld aan de werknemer. Dit is volgens de wettekst het geval wanneer de werknemer de fiets mag gebruiken voor het woon-werkverkeer. Mag de werknemer de fiets niet gebruiken voor woon-werkverkeer, dan is het de vraag of er sprake is van een bijtelling. Dit is wel het geval bij privégebruik, maar wanneer de werknemer de fiets alleen voor zakelijke ritten mag gebruiken (en dat onderbouwd kan worden), is er geen sprake van een bijtelling.

bz-advies

Kijk uit voor het volgende: wanneer een werknemer de fiets van de zaak later cadeau krijgt of mag houden bij het einde van de dienstbetrekking, moet men de waarde die de fiets op dat moment heeft belasten. Nieuw is dat de Belastingdienst aangeeft dat men deze waarde op nihil mag zetten zodra deze fiets vijf jaar oud is.

De fiets moet ter beschikking zijn gesteld, wil er sprake zijn van een bijtelling in de loonbelasting!

Contactgegevens

Indicator BV | Schootense Dreef 31 | Postbus 794 | 5700 AT Helmond

Tel.: 0492 - 59 31 31 | Fax: 040 - 711 17 00

klantenservice@indicator.nl | www.indicator.nl

 

KvK-nummer: 17085336 | Btw-nummer: NL-803026468B01