INKOMSTENBELASTING - 17.11.2020

Winstverwachting onderbouwen

Uitvinders worden vaak rijk, maar nog vaker niet. Zelfs niet als hun uitvinding met een patent erkend wordt. Sterker nog, dikwijls moet er stevig geld bij, waarbij het dan de vraag is of dat geld fiscaal aftrekbaar is. Wat besliste de rechter?

Wat speelde er?

Advocaat en uitvinder. Een advocaat, gespecialiseerd in intellectuele eigendomsrechten (octrooi, merken, modellen), was in zijn vrije tijd een niet-onverdienstelijke uitvinder. Hij knutselde vanaf 2011 een verpakkingsproduct voor crèmes, gels en pasta’s in elkaar. Op zijn uitvinding kreeg hij diverse internationale octrooien. Nu kost een octrooiaanvraag veel geld. Dat is op zich niet erg, als men erin slaagt om de uitvinding vervolgens succesvol te vermarkten. En dat laatste lukte om diverse redenen niet.

Kosten niet aftrekbaar. De advocaat wilde de kosten van zijn uitvinding in mindering brengen op zijn inkomen. Het ging om € 33.489 aan ontwikkelingskosten en € 8.406 aan huisvestingskosten. De inspecteur was het daar niet mee eens. De ontwikkelingskosten vormden naar zijn mening (althans in 2012) geen bron van inkomen en de huisvestingskosten waren op grond van een wettelijke bepaling slechts beperkt aftrekbaar (art. 3:17 Wet IB) . De rechter gaf de inspecteur gelijk, zodat de advocaat het hogerop zocht bij Hof Den Haag (ECLI:NL:GHDHA:2018:4036) . Maar helaas, ook daar kreeg de inspecteur gelijk.

Geen bron van inkomen

Geen onderdeel van advocatenpraktijk. Wellicht hadden de kosten van het uitvinden fiscaal onderdeel kunnen uitmaken van de advocatenpraktijk. Die ‘deed’ immers in uitvindingen. Maar er was toch te weinig verband tussen de advocatuur en de uitvinderij.

In 2012 nog in de ontwikkelingsfase. De activiteiten moesten daarom afzonderlijk beoordeeld worden voor de vraag of er sprake was van een bron van inkomen. Dat was hier niet het geval. De advocaat beklaagde zich over het feit dat de uitvinderij weliswaar nog geen inkomen had opgeleverd, maar dat naar zijn stellige verwachting op termijn wel zou gaan doen. Het hof besliste echter dat de uitvinding zich in 2012 nog in de ontwikkelingsfase bevond en dat daarom de objectieve verwachting nog niet kon bestaan dat er met de uitvinding geld verdiend zou gaan worden. Tip.  De rechter wees de uitvinder nog op het bestaan van de stallingsregeling (art. 3:10 Wet IB) . Op grond daarvan zijn kosten later aftrekbaar als er dan een bron van inkomen is ontstaan, bijv. omdat de uitvinding inmiddels geld is gaan opleveren.

Huisvestingskosten beperkt aftrekbaar

Wet is wet. De advocaat/uitvinder betaalde een (op zich) zakelijke huur aan zichzelf. Het pand waarin gewerkt werd, was eigendom van de man zelf (privé). Op grond van de wet mag dan alleen maar het bedrag als kosten afgetrokken worden dat als vermogen in box 3 moet worden aangegeven. Dat was minder dan andere huurders betaalden en dat vond de advocaat niet eerlijk. Maar het is de wet en daar moest hij het mee doen.

Moraal van het verhaal

Winstverwachting? Allereerst, winstverwachtingen onderbouwen is lastig. U moet een goed en vooral ook concreet verhaal hebben, wil de rechter met u meegaan.

Kosten bijhouden. Maakt u kosten die pas later (mogelijk) rendement gaan opleveren, dan loopt u dus het risico dat deze kosten niet direct aftrekbaar zijn. Administreer deze kosten dan goed (en bewaar eventuele bewijsstukken), want wellicht is aftrek later wel mogelijk (vijfjaarstermijn van artikel 3:10 Wet IB).

Winstverwachtingen onderbouwen is lastig. Zorg voor een goed en vooral ook concreet verhaal. Maakt u kosten die pas later (mogelijk) rendement gaan opleveren, dan loopt u dus het risico dat deze kosten niet direct aftrekbaar zijn. Administreer deze kosten dan goed, want wellicht is fiscale aftrek later wel mogelijk.

Contactgegevens

Indicator BV | Schootense Dreef 31 | Postbus 794 | 5700 AT Helmond

Tel.: 0492 - 59 31 31 | Fax: 040 - 711 17 00

klantenservice@indicator.nl | www.indicator.nl

 

KvK-nummer: 17085336 | Btw-nummer: NL-803026468B01